De Harmonie van 1867 tot 1905
1867
Op 22.12.1867 wordt een aanzet gegeven voor een hernieuwde
werking van de Harmonie met volgende aanwezige bestuursleden:
Eug. Reyntens (voorzitter), Rom. De Rop, J.B. Callebaut
(penningmeester), Ed. Baplu, Frederik Cooreman, Jan Moens, P.J.
Van Den Bossche en I. Van Ruyssevelt (secretaris.
Het nieuwe verslagboek, voor die gelegenheid begonnen, wordt
ingeleid met de statuten van de vereniging. Men vraagt gestreng
de naleving ervan. Tijdens de behandelde periode (1867-1905)
ondergaan deze statuten verschillende, weliswaar lichte,
wijzigingen. Eerst in 1922 zullen ze volledig worden
heraangepast.
We lezen erin: De Maatschappij heeft voor doel de muziekkunde
vlijtig te beoefenen, de harmonie goed uit te voeren en hare
leden aangenaam tijdverdrijf te verschaffen.
De Maatschappij wordt geleid door een bestuur van elf leden,
waaronder een voorzitter, een muziekdirecteur, een
schatbewaarder en een secretaris. Naast de voorzitter, bezit de
muziekdirecteur een sleutelfunctie; hij verbeeldt het spelend
muziekkorps en regelt al wat met het uitvoeren der stukken
betrek heeft.
1868
De Harmonie speelt op de muziekfeesten te Asse en
Erembodegem. De Minister van Binnenlandse Zaken verleent een
subsidie aan de maatschappij van 500fr.
Op de algemene vergadering van 29.10 worden Frederik Cooreman,
Edward Baplu, Jan en Gregoor Moens als bestuursleden herkozen en
Jan Hendrickx als nieuw lid.
1869
Op de buitengewone vergadering van het bestuur deelt
voorzitter Reyntens de eis mee van 400fr. Vanwege Baron de Meer,
bedrag gespendeerd voor het aankopen van het vaandel van de
Harmonie, versierd met zijn wapenschild. Men beslist de som te
betalen via geldinzameling; voorzitter Reyntens past het
resterend bedrag bij. De kwestie van het vaandel ligt zeer
gevoelig door het ontstaan van De Jonge Garde. De voorzitter is
dan ook niet weinig gelukkig drie maand later zijn aan bestuur
te kunnen meedelen dat Jan Baptist De Meyer een nieuw vaandel
wil schenken aan de Harmonie, mits volgende voorwaarden:
1. Het vaandel wordt geschonken en is eigendom van de
Maatschappij Sinte Cecilia van Moorsel.
2. Als de fanfare onder de in punt 1 genoemde naam, ophoudt te
bestaan of overgaat naar een ander muziek, wordt de vlag opnieuw
eigendom van de schenker.
3. Anders ligt het natuurlijk als Sinte Cecilia door bijtreding
van een ander muziek versterkt wordt.
4. De bepalingen gelden enkel voor J.B. De Meyer en niet voor
zijn erfgenamen.
Uit dankbaarheid wordt de milde schenker als erevoorzitter
aangesteld en zal de Harmonie een serenade brengen aan zijn
broer, burgemeester te Mespelare.
De 11 juliviering te Aalst wordt met succes door Sinte Cecilia
van Moorsel opgeluisterd. Van een deelname aan een
muziekfestival te Mechelen wordt afgezien.
1870
Bestuurslid C.L. Van Nuffel koopt een nieuwe klarinet en
trombone aan bij Mabilon te Brussel.
De heer De Bruyne van Dendermonde wordt aangesteld als
muziekmeester.
De uitnodiging van de maatschappij Dendergalm van Denderleeuw
voor een optreden op een festival wordt verworpen.
En dan is er de kwestie van het oude (!) vaandel, waarbij de
verbittering tegenover de afgescheurde Jonge Garde aan de
oppervlakte komt. Advokaat Limpens van Dendermonde wordt
aangesteld als verdediger van de belangen van de Harmonie, bij
de rechterlijke opeising van het oud vaandel der maatschappij
bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Dendermonde (het gaat hier
wellicht over een aloud vaandel van de Harmonie of over de vlag
geschonken door Baron de Meer). Meester De Rijck treedt op voor
de Jonge Garde en eist de teruggave van het bewuste vaandel en
de betaling door de Harmonie van de proceskosten. Hierop beslist
het bestuur op een buitengewone zitting koudweg het voorhanden
zijnde voorstel van Meester De Rijck niet te aanveerden.
1871
Een uitnodiging van De Jonge Garde van Moorsel voor een
optreden op hun festival van 18 juni, wordt met algemene stemmen
verworpen.
Een klarinet wordt aangekocht en een tuba geschonken door de
weduwe van ere-voorzitter De Meyer.
Politiek belangrijk is de beslissing van het bestuur van 15.7
die luidt als volgt: Het spelend corps zal voortaan ten dienste
zijn voor openbare manifestatiën in de catholieke partij. Den
voorzitter zal in het belang der maatschappij den dienst
bepalen. Wordt die dienst echter door de liberale partij
gevraagd, zoo zal de commissie over elk geval beslissen.
1872
De Harmonie brengt een serenade voor de katholieke deputatie
van Oost-Vlaanderen en op de “Boonwijk” te
Sint-Gillis-Dendermonde.
Louis De Backer zal de Partitures van de vereniging rangschikken
en behoorlijk opbergen in een speciale kast. Hij is verder
gelast met het inzamelen en uitstellen der te spelen stukken en
met het houden van den sleutel der voornoemde kas. Hij wordt
tevens aangesteld om zang-en speellessen te geven aan de jonge
lui die zich bij het spelend korps willen aansluiten, mits een
vergoeding van 25fr. per jaar.
1873
Op de bestuursvergadering van mei drukt voorzitter Reyntens
de wens uit sommige gelegenheidsmuziekstukken nu en dan te
herhalen om steeds klaar te zijn als bepaalde omstandigheden de
uitvoering ervan te vragen. Men beslist maandelijks de
uitvoering te respecteren van het “Air de Grétry”, de
Brabançonne en van stukken bij lijkplechtigheden gebruikelijk.
Opgetreden wordt op de muziekfeesten van Merchtem en Dendermonde:
de jaarlijkse “sortie” naar Meldert is op 17 mei gepland en deze
naar Baardegem eind augustus.
1874
Victor Moens koopt met de opbrengst van de verkoop van oude
koperen muziekinstrumenten nieuwe lampen voor de
zaalverlichting. Alfons De Cock (1850-1921) van Herdersem wordt
aangesteld als dirigent met een jaarlijkse vergoeding van 184fr.
De Cock wordt algemeen aanzien als de grondlegger van de
wetenschappelijke beoefening van de volkskunde in Vlaanderen.
Hij fungeerde van 1869 tot 1874 als onderwijzer te Moorsel.
De Harmonie is present op muziekfeesten te Aalst, Asse en
Oudegem. Naar deze laatste gemeente wordt het gezelschap met
drie “camions” gebracht voor 15fr. en ze spelen er een potpourri
“Orphée aux Enfers” en “Une fête chapêtre” door Labory in een
bewerking van Offenbach.
1875
De Harmonie neemt deel aan de plechtige inhaling van het
nieuw vaandel van de muziekmaatschappij van Lebbeke (9.5),
alsook aan het jubelfeest van de pastoor van Wieze (1.6). Verder
wordt opgetreden te Baardegem, Meldert, Hekelgem, Erembodegem,
Herdersem, Oordegem, en Dendermonde.
Een nieuw lid, notaris Gustaaf Van Wichelen, schenkt een
klarinet en voorzitter Reyntens koopt een lot nieuwe partituren.
Het bestuur schenkt gezamenlijk nieuwe muzieklessenaars, en
betaalt hiervoor elk 5,82fr.
1876
Voorzitter Reyntens en notaris Van Wichelen betalen elk
20fr. om de reiskosten te vergoeden voor een optreden van de
Harmonie op het muziekfeest te Merksem.
Het muziek, versterkt met twee nieuwe klarinetten, is present op
Aalst-kermis.
1879
Louis De Vis wordt tot secretaris aangesteld in vervanging
van Isidoor Van Ruyssevelt.
1880
Naast deelname aan een festival te Opwijk wordt
geconcerteerd op de tentoonstelling te Brussel.
Het zo betwiste oude vaandel is versleten en wordt vervangen. De
voorzitter stelt voor den nieuwen standaard der Maatschappij bij
zijn toekomst in de statie met een weinig luister naar het
muzieklokaal te brengen onder het spelen van Pas-Redoublés. Een
minder prettige beslissing is de uitsluiting van Petrus Verdoodt
als spelend lid: Ingezien de kwade inzichten waarmede de familie
Verdoodt schijnt bezielt te zijn ten opzichte van de leden onzer
Maatschappij en haren blooi wilt krenken, ingezien deze familie
eene daad heeft laten uitschijnen van min of meer grootere
aangekleeftheid aan onze tegenstrevers…
1882
Een “Cornet à Piston” wordt aangekocht. De Harmonie richt
een groots muziekfeest in met deelname van de muzieken van
Baardegem, Meldert, Herdersem, Wieze, Hekelgem, Opdorp, Opwijk,
Londerzeel, Sint-Gillis, Lebbeke, Gijzegem, en Erembodegem. De
voorzitter laat de programma’s drukken en verspreiden, alsook
medailles ontwerpen. Camille De Meyst zal jonge muzikanten
notenleer aanleren tegen een jaarloon van 25fr.
1884
Bij het ontslag van Dhr. De Bruyn als muziekmeester wordt de
Aalsterse toondichter Gustaaf Pape in deze functie aangesteld,
mits vergoeding van 5fr per les. De persoon die Pape na de
repetitie naar huis vergezelt zal 0,50fr vergoeding krijgen. Een
zware financiële opgave voor de Harmonie. Maar Gustaaf Pape
(1857-1920) was ook niet de eerste de beste. Hij was leraar en
nadien bestuurder van de Stedelijke Muziekschool en tevens lid
van de “Toneelkundige Kommissie van Oost-Vlaanderen”. Hij was
ook dirigent van de harmonie van Asse en van de fanfare van de
Stedelijke Brandweer. Hij gaf daarnaast muziekles in het
Sint-Jozefs-college. Pape was een knap toneelspeler, een
uitstekend zanger, piano-en orgelspeler. Hij toondichtte tal van
koren, cantaten, liederen, dansen, openingsstukken en
zangspelen.
In 1884 treedt de Harmonie op in Erembodegem en Aalst.
1886
De statuten met aanpassingen worden gedrukt en verspreid
onder de leden. En verder: Ingezien de ongemakken zich
aanbieden met het spelend korps de feesten of foeën te gaan
opluisteren welke gegeven worden door de van de societeit
deelmakende herbergiers ter gelegenheid van de opening hunner
herberg, woonstverandering of andere door hun gegeven feesten,
alsook opening van prijskampen, inhaling van prijzen, zulks in
het vervolg niet meer te gedoogen en af te schaffen.
De Harmonie richt een concert in, gegeven door Dhr. De Verli van
Brussel, waarvoor elk lid gratis twee toegangskaarten ontvangt.
1892
Op grandioze wijze worden de jubelfeesten gevierd ter
gelegenheid van de 100ste verjaardag van de stichting van de
Harmonie, de 50ste verjaardag van de priesterwijding van E.H.
Van Houck, inmiddels 25 jaar Pastoor te Moorsel en de 25ste
verjaardag van de eerste aanstelling van Eugeen Reyntens als
Burgemeester van Moorsel. Het programma wordt meerdere malen
aangekondigd in het Aalsters dagblad “De Denderbode” en ook “De
Werkman” van Pieter Daens geeft een kort relaas over het
gebeuren op de frontpagina van de krant van 15.5 (jg. 20
nr.1021). Als begeleiding bij dit driedubbel feest verscheen de
monografie “De Gemeente Moorsel bij Aalst en hare Geschiedenis”
van Oscar Reyntens (1867-1947), zoon van de jubilerende
burgemeester die tevens voorzitter was van de jubilerende
Harmonie Ste Cecilia, advocaat, secretaris van de stad Aalst en
uiterst verdienstelijk historiograaf.
1893
Eugeen Reyntens neemt ontslag als voorzitter van de
Harmonie. 76 leden kiezen als opvolger Gustaaf De Meyer, die bij
de eerste stembeurt 75 stemmen bekomt. In zijn dankwoord
onderlijnt de nieuwe voorzitter de verdiensten van zijn
voorganger, die onder algemene toejuichingen tot erevoorzitter
wordt uitgeroepen.
1895
Lodewijk De Vis, de secretaris van de Harmonie, is overleden
en wordt vervangen door Arthur Reyntens, zoon van Eugeen, broer
van Oscar en tevens gemeentesecretaris van Moorsel.
1896
De kiosk van de Harmonie wordt weggehaald uit het
gemeentemagazijn en gerestaureerd op het erf van de secretaris.
De Harmonie neemt deel aan de muziekfeesten te Hofstade en te
Aalst en brengt een serenade aan Karel De Vis bij zijn
aanstelling als provinciaal raadslid.
De gebroeders Alfons, Gustaaf en Benoit Van Nuffel worden uit de
maatschappij gesloten omdat hun gedrag en houding de belangen
der Harmonie benadelen.
Op de geanimeerde bestuursvergadering van 13.6 wordt de
handelswijze van Burgemeester Alexander Jozef van der Noot
(burgemeester van Moorsel van 1895 tot 1900) scherp op de korrel
genomen. Hij verbood namelijk aan de Harmonie, na de processie,
de klassieke optocht doorheen de gemeente en liet anderzijds toe
dat de Jonge Garde een politieke betoging hield op het dorp.
Over dit misbruik van gezag oordeelt het bestuur der Harmonie
een brief te moeten schrijven aan de Procureur des Konings en
aan de Minister van Binnenlandse Zaken en wel in de volgende
woorden: De ondergeteekenden, leden van het bestuur der
Harmoniemaatschappij Ste-Cecilia, hebben de eer zich bij Ued. Te
beklagen over de volgende feiten. Verleden Donderdag, terwijl de
leden van de Harmoniemaatschappij, onder ’t spelen eeniger
muziekstukken, volgens jaarlijksche gewoonte de processie
opluisterde, ontving de Voorzitter der maatschappij een brief
des heer Burgemeester aan onze leden verbiedende langs de
straten te spelen. Wij gelooven dat de heer Burgemeester van
Moorsel het recht niet had aan onze maatschappij te verbieden na
de processie haren jaarlijkschen uitstap te doen. Er waren
volstrekt geene wanorders te vreezen want, alhoewel op een
kermisdag, waren er terdorpplaats schier geene andere menschen
te zien dan deze welke in de processie waren geweest. En waren
er bij deze welke slechte inzichten hadden, dan zou de
tegenwoordigheid van den heer Burgemeester voldoende zijn
geweest om ze tot de orde terug te roepen. Krachtens eene
politieverordening had de heer Burgemeester dezen maatregel niet
genomen, vermits er hoegenaamd geene verordening afgekondigd is.
Het plaatselijk politiereglement art. 1 zegt wel dat de
maatschappijen dewelke begeeren feesten te geven langs openbare
wegen, daartoe door het bestuur moeten gemachtigd zijn; maar
nooit is dit artikel toegepast geweest op de
muziekmaatschappijen. Op jaarlijksche gewone feesten van de twee
in de gemeente bestaande muziekmaatschappijen, nooit tevoren
heeft eene van beide muziekmaatschappijen, hiertoe eene
toelating moeten vragen. Daarenboven was hier geene spraak eene
feest te geven langs de openbaren weg, maar alleenlijk een
muzikale uitstap te doen. Het verwondert ons te meer dat het aan
onze maatschappij op dien dag verboden wierd de kermis te
vieren, terwijl de fanfarenmaatschappij waarvan de heer
Burgemeester Voorzitter is, geheel den avond het dorp
doorwandeld heeft, al kiesliedekens spelende, om van eene stille
kermis aldus eene politieke betooging te maken en te vergeefs te
trachten de leden onzer maatschappij op te hitsen, om tot
wanorders te geraken.
Een storm in een glas water, waarbij burgemeester van der Noot
zich wel langs zijn smalste zijde liet kennen !
Voor het muziekfeest van 20.9.1896 wordt beslist dat elke
vreemde maatschappij vergezeld zal zijn van een commissaris van
de Harmonie teneinde te vermijden dat die maatschappijen zich in
de stoet naar herbergen, vreemd aan onze maatschappij zouden
begeven.
De muziekbestuurder Gustaaf Pape dringt bij het bestuur aan, de
spelende leden aan te zetten tot het regelmatig bijwonen van de
repetities, anders zal hij zich genoodzaakt zien ontslag te
nemen.
1897
Voorzitter Gustaaf De Meyer geeft op de bestuursvergadering
van 4.1 lezing van een brief, waarbij Zijne Majesteit de Koning
aan de Harmonie de titel verleent van “Koninklijke
Maatschappij”. Besloten wordt een telegram van dankbetuiging te
sturen aan de Koning en aan Staatsminister Woeste, die de
aanvraag doordrukte.
De muziekfeesten te Aalst, Waasmunster, Hofstade, Baardegem,
Wieze, Herdersem en Hekelgem worden door de Harmonie
opgeluisterd, alsook een feest in de Katholieke Werkmanskring in
de Meuleschettestraat te Aalst.
Om het ledenaantal van de maatschappij op te drijven zullen er
op verschillige wijken in eenige herbergen bij middel van
vrijwillige giften traktementen plaats hebben.
1898
Deelname aan het muziekfeest van Meldert en Hekelgem, naast
de opening van een zangfestival op de wijk Kruis.
Het Ceciliafeest wordt gehouden op dinsdag 22.11 en het
jaarlijks avondmaal twee dagen later.
1899
In beurtrol zullen steeds twee bestuursleden bij de
repetities dienen aanwezig te zijn.
De uitsluiting wordt gevraagd van Karel Lodewijk Van Nuffel. Hij
heeft rechtstreeks tegen de belangen der maatschappij gehandeld
bij de laatste gemeenteverkiezing van 15.10. Het deelnemen
aan politieke betoogingen die tegen de catholieke partij gericht
zijn, en dit nog binnen de gemeente, het misprijzen dat hij
toont voor de maatschappij, de middelen die hij gebruikt tot
verheffing en verheerlijking der tegenpartij, schijnen aan de
leden van den Bestuursraad voldoende te zijn om zijn uitsluiting
aan de algemeene vergadering der maatschappij voor te dragen.
Dit geschiedde op 29.10. met 84 stemmen op 86 stemgerechtigden.
1900.
De traditionele uitstap naar Hekelgem vervalt, omdat op de
aanwezigheid van de Harmonie wordt gerekend op de kermis op de
wijk Steven op 10.6.
1901.
Jozef Vermoesen volgt Theofiel Cooreman op als
schatbewaarder.
1902-1905.
In het register der bestuursvergaderingen worden enkele
summiere gegevens verstrekt over de financiële toestand.