Home - Genealogie - Bidprentjes - Harmonie - Contact - Links

 

De Koninklijke Harmonie Sinte Cecilia uit Moorsel 1786 - 2003

De Harmonie van 1867 tot 1905

1867
Op 22.12.1867 wordt een aanzet gegeven voor een hernieuwde werking van de Harmonie met volgende aanwezige bestuursleden: Eug. Reyntens (voorzitter), Rom. De Rop, J.B. Callebaut (penningmeester), Ed. Baplu, Frederik Cooreman, Jan Moens, P.J. Van Den Bossche en I. Van Ruyssevelt (secretaris.
Het nieuwe verslagboek, voor die gelegenheid begonnen, wordt ingeleid met de statuten van de vereniging. Men vraagt gestreng de naleving ervan. Tijdens de behandelde periode (1867-1905) ondergaan deze statuten verschillende, weliswaar lichte, wijzigingen. Eerst in 1922 zullen ze volledig worden heraangepast.
We lezen erin: De Maatschappij heeft voor doel de muziekkunde vlijtig te beoefenen, de harmonie goed uit te voeren en hare leden aangenaam tijdverdrijf te verschaffen.
De Maatschappij wordt geleid door een bestuur van elf leden, waaronder een voorzitter, een muziekdirecteur, een schatbewaarder en een secretaris. Naast de voorzitter, bezit de muziekdirecteur een sleutelfunctie; hij verbeeldt het spelend muziekkorps en regelt al wat met het uitvoeren der stukken betrek heeft.

1868
De Harmonie speelt op de muziekfeesten te Asse en Erembodegem. De Minister van Binnenlandse Zaken verleent een subsidie aan de maatschappij van 500fr.
Op de algemene vergadering van 29.10 worden Frederik Cooreman, Edward Baplu, Jan en Gregoor Moens als bestuursleden herkozen en Jan Hendrickx als nieuw lid.

1869
Op de buitengewone vergadering van het bestuur deelt voorzitter Reyntens de eis mee van 400fr. Vanwege Baron de Meer, bedrag gespendeerd voor het aankopen van het vaandel van de Harmonie, versierd met zijn wapenschild. Men beslist de som te betalen via geldinzameling; voorzitter Reyntens past het resterend bedrag bij. De kwestie van het vaandel ligt zeer gevoelig door het ontstaan van De Jonge Garde. De voorzitter is dan ook niet weinig gelukkig drie maand later zijn aan bestuur te kunnen meedelen dat Jan Baptist De Meyer een nieuw vaandel wil schenken aan de Harmonie, mits volgende voorwaarden:
1. Het vaandel wordt geschonken en is eigendom van de Maatschappij Sinte Cecilia van Moorsel.
2. Als de fanfare onder de in punt 1 genoemde naam, ophoudt te bestaan of overgaat naar een ander muziek, wordt de vlag opnieuw eigendom van de schenker.
3. Anders ligt het natuurlijk als Sinte Cecilia door bijtreding van een ander muziek versterkt wordt.
4. De bepalingen gelden enkel voor J.B. De Meyer en niet voor zijn erfgenamen.

Uit dankbaarheid wordt de milde schenker als erevoorzitter aangesteld en zal de Harmonie een serenade brengen aan zijn broer, burgemeester te Mespelare.
De 11 juliviering te Aalst wordt met succes door Sinte Cecilia van Moorsel opgeluisterd. Van een deelname aan een muziekfestival te Mechelen wordt afgezien.

1870
Bestuurslid C.L. Van Nuffel koopt een nieuwe klarinet en trombone aan bij Mabilon te Brussel.
De heer De Bruyne van Dendermonde wordt aangesteld als muziekmeester.
De uitnodiging van de maatschappij Dendergalm van Denderleeuw voor een optreden op een festival wordt verworpen.
En dan is er de kwestie van het oude (!) vaandel, waarbij de verbittering tegenover de afgescheurde Jonge Garde aan de oppervlakte komt. Advokaat Limpens van Dendermonde wordt aangesteld als verdediger van de belangen van de Harmonie, bij de rechterlijke opeising van het oud vaandel der maatschappij bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Dendermonde (het gaat hier wellicht over een aloud vaandel van de Harmonie of over de vlag geschonken door Baron de Meer). Meester De Rijck treedt op voor de Jonge Garde en eist de teruggave van het bewuste vaandel en de betaling door de Harmonie van de proceskosten. Hierop beslist het bestuur op een buitengewone zitting koudweg het voorhanden zijnde voorstel van Meester De Rijck niet te aanveerden.

1871
Een uitnodiging van De Jonge Garde van Moorsel voor een optreden op hun festival van 18 juni, wordt met algemene stemmen verworpen.
Een klarinet wordt aangekocht en een tuba geschonken door de weduwe van ere-voorzitter De Meyer.
Politiek belangrijk is de beslissing van het bestuur van 15.7 die luidt als volgt: Het spelend corps zal voortaan ten dienste zijn voor openbare manifestatiën in de catholieke partij. Den voorzitter zal in het belang der maatschappij den dienst bepalen. Wordt die dienst echter door de liberale partij gevraagd, zoo zal de commissie over elk geval beslissen.

1872
De Harmonie brengt een serenade voor de katholieke deputatie van Oost-Vlaanderen en op de “Boonwijk” te Sint-Gillis-Dendermonde.
Louis De Backer zal de Partitures van de vereniging rangschikken en behoorlijk opbergen in een speciale kast. Hij is verder gelast met het inzamelen en uitstellen der te spelen stukken en met het houden van den sleutel der voornoemde kas. Hij wordt tevens aangesteld om zang-en speellessen te geven aan de jonge lui die zich bij het spelend korps willen aansluiten, mits een vergoeding van 25fr. per jaar.

1873
Op de bestuursvergadering van mei drukt voorzitter Reyntens de wens uit sommige gelegenheidsmuziekstukken nu en dan te herhalen om steeds klaar te zijn als bepaalde omstandigheden de uitvoering ervan te vragen. Men beslist maandelijks de uitvoering te respecteren van het “Air de Grétry”, de Brabançonne en van stukken bij lijkplechtigheden gebruikelijk.
Opgetreden wordt op de muziekfeesten van Merchtem en Dendermonde: de jaarlijkse “sortie” naar Meldert is op 17 mei gepland en deze naar Baardegem eind augustus.

1874
Victor Moens koopt met de opbrengst van de verkoop van oude koperen muziekinstrumenten nieuwe lampen voor de zaalverlichting. Alfons De Cock (1850-1921) van Herdersem wordt aangesteld als dirigent met een jaarlijkse vergoeding van 184fr. De Cock wordt algemeen aanzien als de grondlegger van de wetenschappelijke beoefening van de volkskunde in Vlaanderen. Hij fungeerde van 1869 tot 1874 als onderwijzer te Moorsel.
De Harmonie is present op muziekfeesten te Aalst, Asse en Oudegem. Naar deze laatste gemeente wordt het gezelschap met drie “camions” gebracht voor 15fr. en ze spelen er een potpourri “Orphée aux Enfers” en “Une fête chapêtre” door Labory in een bewerking van Offenbach.

1875
De Harmonie neemt deel aan de plechtige inhaling van het nieuw vaandel van de muziekmaatschappij van Lebbeke (9.5), alsook aan het jubelfeest van de pastoor van Wieze (1.6). Verder wordt opgetreden te Baardegem, Meldert, Hekelgem, Erembodegem, Herdersem, Oordegem, en Dendermonde.
Een nieuw lid, notaris Gustaaf Van Wichelen, schenkt een klarinet en voorzitter Reyntens koopt een lot nieuwe partituren. Het bestuur schenkt gezamenlijk nieuwe muzieklessenaars, en betaalt hiervoor elk 5,82fr.

1876
Voorzitter Reyntens en notaris Van Wichelen betalen elk 20fr. om de reiskosten te vergoeden voor een optreden van de Harmonie op het muziekfeest te Merksem.
Het muziek, versterkt met twee nieuwe klarinetten, is present op Aalst-kermis.

1879
Louis De Vis wordt tot secretaris aangesteld in vervanging van Isidoor Van Ruyssevelt.

1880
Naast deelname aan een festival te Opwijk wordt geconcerteerd op de tentoonstelling te Brussel.
Het zo betwiste oude vaandel is versleten en wordt vervangen. De voorzitter stelt voor den nieuwen standaard der Maatschappij bij zijn toekomst in de statie met een weinig luister naar het muzieklokaal te brengen onder het spelen van Pas-Redoublés. Een minder prettige beslissing is de uitsluiting van Petrus Verdoodt als spelend lid: Ingezien de kwade inzichten waarmede de familie Verdoodt schijnt bezielt te zijn ten opzichte van de leden onzer Maatschappij en haren blooi wilt krenken, ingezien deze familie eene daad heeft laten uitschijnen van min of meer grootere aangekleeftheid aan onze tegenstrevers…

1882
Een “Cornet à Piston” wordt aangekocht. De Harmonie richt een groots muziekfeest in met deelname van de muzieken van Baardegem, Meldert, Herdersem, Wieze, Hekelgem, Opdorp, Opwijk, Londerzeel, Sint-Gillis, Lebbeke, Gijzegem, en Erembodegem. De voorzitter laat de programma’s drukken en verspreiden, alsook medailles ontwerpen. Camille De Meyst zal jonge muzikanten notenleer aanleren tegen een jaarloon van 25fr.

1884
Bij het ontslag van Dhr. De Bruyn als muziekmeester wordt de Aalsterse toondichter Gustaaf Pape in deze functie aangesteld, mits vergoeding van 5fr per les. De persoon die Pape na de repetitie naar huis vergezelt zal 0,50fr vergoeding krijgen. Een zware financiële opgave voor de Harmonie. Maar Gustaaf Pape (1857-1920) was ook niet de eerste de beste. Hij was leraar en nadien bestuurder van de Stedelijke Muziekschool en tevens lid van de “Toneelkundige Kommissie van Oost-Vlaanderen”. Hij was ook dirigent van de harmonie van Asse en van de fanfare van de Stedelijke Brandweer. Hij gaf daarnaast muziekles in het Sint-Jozefs-college. Pape was een knap toneelspeler, een uitstekend zanger, piano-en orgelspeler. Hij toondichtte tal van koren, cantaten, liederen, dansen, openingsstukken en zangspelen.
In 1884 treedt de Harmonie op in Erembodegem en Aalst.

1886
De statuten met aanpassingen worden gedrukt en verspreid onder de leden. En verder: Ingezien de ongemakken zich aanbieden met het spelend korps de feesten of foeën te gaan opluisteren welke gegeven worden door de van de societeit deelmakende herbergiers ter gelegenheid van de opening hunner herberg, woonstverandering of andere door hun gegeven feesten, alsook opening van prijskampen, inhaling van prijzen, zulks in het vervolg niet meer te gedoogen en af te schaffen.
De Harmonie richt een concert in, gegeven door Dhr. De Verli van Brussel, waarvoor elk lid gratis twee toegangskaarten ontvangt.

1892
Op grandioze wijze worden de jubelfeesten gevierd ter gelegenheid van de 100ste verjaardag van de stichting van de Harmonie, de 50ste verjaardag van de priesterwijding van E.H. Van Houck, inmiddels 25 jaar Pastoor te Moorsel en de 25ste verjaardag van de eerste aanstelling van Eugeen Reyntens als Burgemeester van Moorsel. Het programma wordt meerdere malen aangekondigd in het Aalsters dagblad “De Denderbode” en ook “De Werkman” van Pieter Daens geeft een kort relaas over het gebeuren op de frontpagina van de krant van 15.5 (jg. 20 nr.1021). Als begeleiding bij dit driedubbel feest verscheen de monografie “De Gemeente Moorsel bij Aalst en hare Geschiedenis” van Oscar Reyntens (1867-1947), zoon van de jubilerende burgemeester die tevens voorzitter was van de jubilerende Harmonie Ste Cecilia, advocaat, secretaris van de stad Aalst en uiterst verdienstelijk historiograaf.

1893
Eugeen Reyntens neemt ontslag als voorzitter van de Harmonie. 76 leden kiezen als opvolger Gustaaf De Meyer, die bij de eerste stembeurt 75 stemmen bekomt. In zijn dankwoord onderlijnt de nieuwe voorzitter de verdiensten van zijn voorganger, die onder algemene toejuichingen tot erevoorzitter wordt uitgeroepen.

1895
Lodewijk De Vis, de secretaris van de Harmonie, is overleden en wordt vervangen door Arthur Reyntens, zoon van Eugeen, broer van Oscar en tevens gemeentesecretaris van Moorsel.

1896
De kiosk van de Harmonie wordt weggehaald uit het gemeentemagazijn en gerestaureerd op het erf van de secretaris.
De Harmonie neemt deel aan de muziekfeesten te Hofstade en te Aalst en brengt een serenade aan Karel De Vis bij zijn aanstelling als provinciaal raadslid.
De gebroeders Alfons, Gustaaf en Benoit Van Nuffel worden uit de maatschappij gesloten omdat hun gedrag en houding de belangen der Harmonie benadelen.
Op de geanimeerde bestuursvergadering van 13.6 wordt de handelswijze van Burgemeester Alexander Jozef van der Noot (burgemeester van Moorsel van 1895 tot 1900) scherp op de korrel genomen. Hij verbood namelijk aan de Harmonie, na de processie, de klassieke optocht doorheen de gemeente en liet anderzijds toe dat de Jonge Garde een politieke betoging hield op het dorp. Over dit misbruik van gezag oordeelt het bestuur der Harmonie een brief te moeten schrijven aan de Procureur des Konings en aan de Minister van Binnenlandse Zaken en wel in de volgende woorden: De ondergeteekenden, leden van het bestuur der Harmoniemaatschappij Ste-Cecilia, hebben de eer zich bij Ued. Te beklagen over de volgende feiten. Verleden Donderdag, terwijl de leden van de Harmoniemaatschappij, onder ’t spelen eeniger muziekstukken, volgens jaarlijksche gewoonte de processie opluisterde, ontving de Voorzitter der maatschappij een brief des heer Burgemeester aan onze leden verbiedende langs de straten te spelen. Wij gelooven dat de heer Burgemeester van Moorsel het recht niet had aan onze maatschappij te verbieden na de processie haren jaarlijkschen uitstap te doen. Er waren volstrekt geene wanorders te vreezen want, alhoewel op een kermisdag, waren er terdorpplaats schier geene andere menschen te zien dan deze welke in de processie waren geweest. En waren er bij deze welke slechte inzichten hadden, dan zou de tegenwoordigheid van den heer Burgemeester voldoende zijn geweest om ze tot de orde terug te roepen. Krachtens eene politieverordening had de heer Burgemeester dezen maatregel niet genomen, vermits er hoegenaamd geene verordening afgekondigd is. Het plaatselijk politiereglement art. 1 zegt wel dat de maatschappijen dewelke begeeren feesten te geven langs openbare wegen, daartoe door het bestuur moeten gemachtigd zijn; maar nooit is dit artikel toegepast geweest op de muziekmaatschappijen. Op jaarlijksche gewone feesten van de twee in de gemeente bestaande muziekmaatschappijen, nooit tevoren heeft eene van beide muziekmaatschappijen, hiertoe eene toelating moeten vragen. Daarenboven was hier geene spraak eene feest te geven langs de openbaren weg, maar alleenlijk een muzikale uitstap te doen. Het verwondert ons te meer dat het aan onze maatschappij op dien dag verboden wierd de kermis te vieren, terwijl de fanfarenmaatschappij waarvan de heer Burgemeester Voorzitter is, geheel den avond het dorp doorwandeld heeft, al kiesliedekens spelende, om van eene stille kermis aldus eene politieke betooging te maken en te vergeefs te trachten de leden onzer maatschappij op te hitsen, om tot wanorders te geraken.
Een storm in een glas water, waarbij burgemeester van der Noot zich wel langs zijn smalste zijde liet kennen !
Voor het muziekfeest van 20.9.1896 wordt beslist dat elke vreemde maatschappij vergezeld zal zijn van een commissaris van de Harmonie teneinde te vermijden dat die maatschappijen zich in de stoet naar herbergen, vreemd aan onze maatschappij zouden begeven.
De muziekbestuurder Gustaaf Pape dringt bij het bestuur aan, de spelende leden aan te zetten tot het regelmatig bijwonen van de repetities, anders zal hij zich genoodzaakt zien ontslag te nemen.

1897
Voorzitter Gustaaf De Meyer geeft op de bestuursvergadering van 4.1 lezing van een brief, waarbij Zijne Majesteit de Koning aan de Harmonie de titel verleent van “Koninklijke Maatschappij”. Besloten wordt een telegram van dankbetuiging te sturen aan de Koning en aan Staatsminister Woeste, die de aanvraag doordrukte.
De muziekfeesten te Aalst, Waasmunster, Hofstade, Baardegem, Wieze, Herdersem en Hekelgem worden door de Harmonie opgeluisterd, alsook een feest in de Katholieke Werkmanskring in de Meuleschettestraat te Aalst.
Om het ledenaantal van de maatschappij op te drijven zullen er op verschillige wijken in eenige herbergen bij middel van vrijwillige giften traktementen plaats hebben.

1898
Deelname aan het muziekfeest van Meldert en Hekelgem, naast de opening van een zangfestival op de wijk Kruis.
Het Ceciliafeest wordt gehouden op dinsdag 22.11 en het jaarlijks avondmaal twee dagen later.

1899
In beurtrol zullen steeds twee bestuursleden bij de repetities dienen aanwezig te zijn.
De uitsluiting wordt gevraagd van Karel Lodewijk Van Nuffel. Hij heeft rechtstreeks tegen de belangen der maatschappij gehandeld bij de laatste gemeenteverkiezing van 15.10. Het deelnemen aan politieke betoogingen die tegen de catholieke partij gericht zijn, en dit nog binnen de gemeente, het misprijzen dat hij toont voor de maatschappij, de middelen die hij gebruikt tot verheffing en verheerlijking der tegenpartij, schijnen aan de leden van den Bestuursraad voldoende te zijn om zijn uitsluiting aan de algemeene vergadering der maatschappij voor te dragen. Dit geschiedde op 29.10. met 84 stemmen op 86 stemgerechtigden.

1900.
De traditionele uitstap naar Hekelgem vervalt, omdat op de aanwezigheid van de Harmonie wordt gerekend op de kermis op de wijk Steven op 10.6.

1901.
Jozef Vermoesen volgt Theofiel Cooreman op als schatbewaarder.

1902-1905.
In het register der bestuursvergaderingen worden enkele summiere gegevens verstrekt over de financiële toestand.