De Koninklijke Harmonie
Sinte Cecilia uit Moorsel 1786 - 2003
Harmonie-Maatschappij Ste Cecilia [ 1 ] (uit : « De Gemeente Moorsel bij Aalst en hare Geschiedenis »
Gent, 1892 door O. Reyntens)
Gesticht op het einde der voorgaande eeuw, gelijk menig ander
dorpsgenootschap van dezen aard, heeft deze kunstlievende
vereeniging voor doel aan genaam verzet te geven aan eenige
muziekbeoefenaars en de ontwikkeling hunner kunsttalenten te
bevorderen.
Omtrent het jaar 1790 gingen onze Moorselsche muziekliefhebbers,
met die van Herdersem, een godsdienstig feest in de abdij van
Affligem opluisteren. Ongelukkiglijk waren de onlusten der
Fransche overweldiging en de wanorden die zij tot gevolg hadden,
oorzaak dat deze eerste kunstontwikkeling in hare kiem werd
versmacht. Nogtans, in het begin dezer eeuw, was de maatschappij
weder tot stand gekomen, en den 19 september 1815 behaalde zij
eenen eersten prijs op een muziekfeest te Meldert. Zij telde,
zoo als nu, een dertigtal spelende leden, jaarlijks in November
met luister het Sinte Ceciliafeest vierende. In 1848 kwijnde het
genootschap enigermate bij gebrek aan geld en moed. Eene nieuwe
aanrichting werd belegd in 1855, waartoe Baron A de Meer, als
eerevoorzitter, en Doctor Nackers, als voorzitter, eene
krachtige medehulp verleenden. Achtervolgens onder het
voorzitterschap van P.P. De Vis en sedert 1861 van E. Reyntens,
schreef deze maatschappij ten jare 1864 een festival uit,
hetwelk menige vreemde genootschappen naar Moorsel lokte.
Geschillen onder de leden ontstann veroorzaakten in 1868 eene
geweldige scheuring, die aanleiding gaf tot de stichting van een
nieuw toonkundig genootschap : doch de Harmonie bleef bestaan,
en in 1869 begiftigde haar eerevoorzitter J.B. De Meyer, ze met
een prachtig vaandel. Jaarlijks op den derden Zondag van
September geeft de maatschappij een muziekfeest opgeluisterd
door de vereenigingen der naburige dorpen. In 1878 schreef zij
andermaal een festival uit, waaraan een tiental vreemde
muziekmaatschappijen aan deel namen . Thans ter gelegenheid van
de honderdste verjaring harer stichting, alsook van het gulden
jubelfeest van den E.H. Pastoor van Moorsel en van de 25ste
verjaring der benoeming van den Heer E. Reyntens als
‘’burgemeester der gemeente, bereiden de Moorselaren eene
prachtige feestviering voor ‘t midden van de aanstaande
Meimaand.
Harmonie Ste Cecilia [ 2 ] (uit : « Geschiedenis van
de Gemeenten der Provincie Oost-Vlaanderen, 5e reeks :
Arrondissement Aalst, dl.III, Moorsel » Gent, 1898 door F. De
Potter en J. Broeckaert)
Deze maatschappij is, met die van het naburige Herdersem, eene
der oudste onzes lands. Geen twijfel, of zij heeft haar ontstaan
te danken aan den laatsten baron van Moorsel, die een groot
muziekliefhebber schijnt geweest te zijn. Omtrent den jaren 1790
hielp zij ter abdij van Affligem een godsdienstig feest
opluisteren, waarna er van de vereniging weer spraak is in 1815,
wanneer zij den eersten prijs behaalde op een muziekfeest te
Meldert.
In 1841 nam zij deel aan den grooten prijskamp te Brussel, en
zoo zij sedert 1848, bij gebrek aan genoegzame ondersteuning,
verflauwde, ontving zij ten jaren 1855, dank aan haren
eerevoorzitter, baron A. de Meer, en aan haren voorzitter, Dr.
Nackers, eenen nieuwen krachtigen spoorslag. Negen jaren nadien,
in 1864, schreef zij haar eerste festival uit, dat door
verscheidene vreemde genootschappen werd bijgewoond.
Eenige moeilijkheden, zooals er zich in vele maatschappijen
voordoen, brachten in 1868 eene scheuring te weeg, welke voor
gevolg had dat er een tweede toonkundig genootschap in de
gemeente tot stand kwam. Als een nieuw bewijs van aanmoediging
schonk haar toenmalige eerevoorzitter, J.-B. de Meyer, een
prachtig vaandel aan de Harmonie en in 1878 schreef deze
andermaal een festival uit, waaraan tien genootschappen van het
omliggende deel namen. Haar honderdste verjaarsfeest, gepaard
met het gulden jubelfeest van den eerw. Heer van Houck, pastoor,
en de vijf en twintigste verjaring van den heer Eugeen Reyntens,
als burgemeester van Moorsel, werd in 1892 met ongemeenen
luister gevierd.
De Koninklijke Harmonie “Sint-Cecilia” [ 3 ] (uit:
“Groot-Aalst. Een geschiedkundige verhandeling met
inventarisatie van zijn straten en gebouwen, Dl. 8 Moorsel”,
Aalst 1985 door Dom Wilfried Verleyen)
Deze muziekmaatschappij, een van de oudste van het land, werd
gesticht op 17 october 1786. Waarschijnlijk dankt zij haar
ontstaan aan baron Jan de Meer, die een groot muziekliefhebber
zou geweest zijn. Omstreeks 1790 gingen muzikanten van Moorsel
en Herdersem een feest in de abdij Affligem opluisteren,
wellicht de jaarlijkse processie van O.-L.-Vrouw van Affligem op
15 augustus.
In 1800-1802 werd de vereniging wederopgericht. Onder het
Keizerrijk gaf ze onder meer een concert op de vooravond van het
feest van Napoleon op 15 augustus, zoals het geval was in 1812.
Op 19 september 1815 behaalde men een eerste prijs op een
muziekfestival van Meldert. Op 29 augustus 1838 verleende het
gemeentebestuur van de societeyt philharmonique een toelage van
100 fr. Om het musicaal concours bij gelegenheid van de
Septemberfeesten te Aalst bij te wonen. De directeur had echter
150 fr. Gevraagd. In 1839 behaalde men er de tweede prijs. In
1841 werd deel genomen aan een prijskamp te Brussel.
In 1850 fungeerde twee Aalstenaren, Jan Baptist Van Assche en
Michel Schelfhout, respectievelijk als ondervoorzitter en
muziekmeester. Er waren veertig muzikanten: 19 klarinetten, o.a.
Dr. .P.J. Van Baelen, 1 fagot, 1 hoorn, 3 trompetten, 1
klephoorn, 4 trombones, 1 caisse roulante, 1 grosse caisse, 1
triangel, enz.
In 1855 werd een reorganisatie doorgevoerd door toedoen van
erevoorzitter baron A. de Meer en voorzitter Dr. A. Nackers. In
1864 schreef de Harmonie haar eerste festival uit, waaraan
verscheidene muziekmaatschappijen deel namen. In 1868 volgde
echter een scheuring, die een tweede muziekmaatschappij deed
ontstaan. De Harmonie ontving toen een prachtig vaandel van haar
erevoorzitter, Jan Baptist De Meyer.
E. Reyntens verdedigde in 1869 de gemeentelijke subsidie tegen
de arrondissementscommissaris, die ongetwijfeld door de
oppositie was ingelicht. Men telde toen 32 actieve en 65
ereleden, die ieder jaarlijks 4fr. Betaalden. Er waren drie
muziekleraars, respectievelijk voor de maandelijkse oefening van
geheel de harmonie, en voor de vier wekelijkse lessen van
notenleer en instrumentale muziek. Toen was het lokaal bij de
gebroeders Van den Steen.
In 1878 schreef men een tweede festival uit, waaraan tien
muziekverenigingen uit de streek deelnamen.
In 1892 werd het eeuwfeest van de vereniging samen met het
gulden jubileum van pastoor D. Van Houck en het zilveren
jubileum van burgemeester E. Reyntens met grote luister gevierd.
In 1895 waren er 42 leden.
De Harmonie treedt op bij de traditionele plechtigheden. Bij de
toneelopvoeringen van de kring ’t En zal speelden zij telkens
een ouverture: Le Conquérant van Govaert in 1924. La Bohémienne
van Belfein in 1926, Coppélia van Boucel in 1928 enz…
Harmonies en Fanfares in België [ 4] (uit “Harmonies
en Fanfars in 150 jaar België. Catalogus bij de gelijknamige
tentoonstelling, 1980)
In zijn “Nomenclature des Sociétés Musicales de Belgique”
vermeldt E. Jacops 25 verenigingen opgericht vóór 1800, waarvan
18 in Vlaanderen en 7 in Walonië. Onder de oudste Vlaamse
korpsen vinden we de namen van de harmonie-afdeling van de
“Royale Académie de Musique” uit Leuven (zonder stichtingsjaar),
de “Koninklijke Harmonie Ste Cecilia” uit Hamme (1777), de
“Harmonie Sinte-Cecilia” uit Merchtem (1780), de Harmonie van
Baasrode en de “Harmonie Sinte-Cecilia” uit Halle.
Andere oude verenigingen waren de “Société d’Harmonie” uit
Sint-Amands (1772), de “Société Symphonique” uit Temse (1780),
de “Société d’Harmonie” uit Herdersem (1787), de “Philharmonie
Sinte Cecilia” uit Dendermonde (1787), de “Harmonie Union” uit
Boom (1788), de “Sinte Cecilia” uit Ronse (1794) en verder
maatschappijen o.a.te Temse, De Klinge, Tongeren, Lebbeke,
Brugge, en Kalken.
(n.v.d.r. : Blijkbaar werd Moorsel in deze opsomming vergeten
!!)
In 1851 waren in België 436 harmonies, fanfares en symfonieën,
waarvan 95 in Oost-Vlaanderen.
In 1910 telde Vlaanderen (Waals-Brabant inbegrepen) 734 fanfares
en 246 harmonies, waarvan in Oost-Vlaanderen 151 fanfares en 63
harmonies.
De tweede helft van de 19e eeuw was “de” gouden tijd der
blaasmuziek. Vooral de landelijke fanfares kenden in deze
periode een enorme uitbreiding in aantal. Onder impuls van de
dorpspolitiek kregen zelfs gemeenten van slechts enkele
honderden inwoners algauw twee of zelfs drie maatschappijen. Een
weelde die voor buitenstaanders onbegrijpelijk is.
Hieruit blijkt dat volgende maatschappijen zeker ouder zijn dan
de Koninklijke Harmonie Sinte Cecilia Moorsel:
1772 : Société d’Harmonie uit Sint-Amands
1777 : Koninklijke Harmonie Ste Cecilia uit Hamme.
1780 : Harmonie Sinte-Cecilia uit Merchtem.
1780 : Société Symphonique uit Temse.
Wij merken op dat voor de meeste muziekverenigingen uit die
periode het stichtingsjaar niet altijd met zekerheid is vast te
stellen.
Wat echter wel vast staat : De Koninklijke Harmonie Sinte
Cecilia Moorsel is één der oudste van België !
In de Katholieke Kring hangt een lijst van de voorzitters:
Jan Spinnoy (1786-1810), Karel Van Assche (1810-1830), Jozef van
der Noot (1831-1854), August Nackers (1855-1857), Pieter Paul De
Vis (1857-1861), Eugeen Reyntens (1861-1893), Gustaaf De Meyer
(1894-1919), Valery De Vis (1920-1945), Isidoor Van Oudenhove
(1946-1961), Raymond Uyttersprot (1962-1970), Jozef Pieters
(1971-1977), Raymond Uyttersprot (1977-1987), Freddy De Ghouy
(1987-1998), Willy Bosteels (1999- ).